De kudde heideschapen (Schoonebeekers en Drentse Heideschapen) begraast sinds 2006, in opdracht van Staatsbosbeheer, het Nationaal Park Drentsche Aa. Schapenbegrazing gaat vergrassing en boomopslag tegen. Dit zorgt voor vitale gebieden met ruimte voor karakteristieke flora en fauna.
De schapen zijn echter onvoldoende effectief in het terugdringen van het Pijpenstrootje en Pitrus. Daarom is de kudde in 2014 uitgebreid met heidekoeien, die een ander graaspatroon hebben. Schapen zijn fijnproevers, heidekoeien grazen veel breder. De schapen knabbelen van boven naar beneden aan de topjes, en de koeien grazen een plek van links naar rechts kaal. Zo blijft het gebied open en vitaal.
Natuurbeheerder en opdrachtgever Staatsbosbeheer wil het gevarieerde open landschap behouden. De herder stuurt de kudde en zorgt dat juist daar begraasd wordt waar dat op een bepaald moment nodig is, terwijl kwetsbare delen worden ontzien. De graasdruk is dus, in tegenstelling tot het houden van dieren binnen een omheining, zowel in tijd als in plaats goed regelbaar. Zo zorgt gescheperde begrazing voor een gevarieerde vegetatie. Ook de cultuurhistorische meerwaarde van de kudde met herder wordt, met name door de bewoners van het gebied, gewaardeerd. En (horeca-)ondernemers zien dat bezoekers, mede dankzij de levende ‘beleving’ die de kudde biedt, graag naar Drenthe komen.